Het kleine licht in de nacht
Een column van Piet Booij, van de Klassikale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht:
Het was vannacht volle maan; het moment in elke maancyclus dat ‘het kleine licht’ op het toppunt van zijn ‘nachtelijke heerschappij’ is (Genesis 1:16). Ik weet dan ook dat het precies middenin een Joodse maand is, omdat bij hen een maand loopt van nieuwe maan tot nieuwe maan. Het is dan dus de 14e of de 15e van de maand, omdat een maancyclus nu eenmaal 29½ dagen telt.
Het is opmerkelijk, en wijs in een wereld zonder kunstmatige verlichting, dat de belangrijkste Joodse feesten beginnen op de 14/15e van een maand: Pesach start op de 14e Nissan (konden ze ’s nachts genoeg zien tijdens de uittocht uit Egypte); Loofhuttenfeest op de 15e Tisjri (’s nachts wel zo gerieflijk als je verblijft in een hut onder de open hemel) en Poerim op de 14e Adar (kun je elkaar tenminste zien tijdens het nachtelijke feest). Een en ander betekent dat de Joodse feestdagen een vaste datum hebben in hun kalender.
Omdat onze christelijke cultuur zich gebonden heeft aan de zonnecyclus en tegelijkertijd naar de Bijbel heeft gekeken is het bij ons een rommeltje geworden. Omdat Pasen op zondag moet vallen en tegelijkertijd in de buurt van Pesach, hebben we bepaald dat Paaszondag de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente moet zijn. Dat betekent een variatiebreedte van een maand. We kennen de gevolgen. De enige zekerheid die wij hebben is dat Kerstmis op de 25e december ingaat, omdat Kerst uitsluitend een christelijk feest is en dus niet gebonden aan de maancyclus.
Maar er zijn nog een paar bijzondere effecten als gevolg van de vaste data bij de Joodse feestdagen. Net als bij ons valt het Wekenfeest (Pinksteren) 50 dagen na het Paasfeest, dus (…) altijd op de 6e Siewan. Elke 6e dag van een Joodse maand is natuurlijk vlak voor de maanstand in het eerste kwartier. En omdat Jeruzalem zo’n 20 graden zuidelijker ligt dan Amsterdam is het visuele effect dat het eerste kwartier daar veel meer ‘op zijn rug’ ligt. Het lijkt dan op een schaal of op een holle hand die iets aanbiedt. Symbolisch voor een feest waarop de eerste vruchten van het land aan de Eeuwige worden aangeboden. En wat dacht u van de 1ste Tewet? De datum dat in de Chanoekakandelaar alle acht kaarsen branden. Let wel, tijdens nieuwe maan midden in de winter. De boodschap van het licht van de Eeuwige knalt er als het ware uit.
Copyright Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht