De tien woorden

Ons Pinksterfeest is afgeleid van het Joodse Sjawoe’ot. Vertaald: Wekenfeest. Het verwijst naar de 7 weken
die sinds Pesach (Pasen) voorbij zijn gegaan en waarin het Joodse volk zich, in herinnering, voorbereidt op
het ontvangen van de Thora. Want naast het feit dat het Wekenfeest een feest is rond het binnenhalen van
de eerste oogsten, is het vooral een feest ter ere van de Eeuwige die het Joodse volk de Thora heeft gegeven.
Het is genoegzaam bekend dat de kern van de Thora, de tien woorden (bij ons bekend als de Tien geboden)
door God zelf hoorbaar uitgesproken werden op de berg Sinaï.
Er is echter een probleem: nergens in de Bijbel staat vermeld hoe de ‘tien woorden’ moeten worden
ingedeeld. Dus de indelingen die we in onze Bijbel kennen, zoals in Exodus 20 en in Deuteronomium 5, zijn
keuzes van de mensen die de tekst op schrift hebben gesteld. Voor een groot deel spreekt die indeling voor
zich, maar niet helemaal. Er wordt alleen vermeld dat het er 10 zijn (Ex. 34:28; Deut. 4:13; Deut. 10:4). In
Deut. 10:4 wordt ook vermeld dat de ‘tien woorden’ op 2 stenen tafelen geschreven werden.
Hoe de verdeling in tienen precies is, blijft, naar het lijkt, een interpretatieve keus. Zo zit in onze protestantse
hoofden de indeling zoals vermeld in de Heidelbergse Catechismus en zoals die in veel kerken op een
wandbord geschreven is. De Rooms-Katholieke kerk heeft gekozen om ‘onze’ eerste twee geboden als één
te lezen en heeft ‘ons’ tiende gebod in tweeën gedeeld (dit is ook de traditie in de Lutherse Kerk). Hun
negende gebod is een verbod om seksuele begeerten te hebben. De achtergrond is het verbod voor
geestelijken en kloosterlingen om in het huwelijk te treden (deze splitsing is mogelijk door de volgorde van
de eerste twee delen van het verbod om te begeren, zoals beschreven in Deut. 5).
Ook in de Joodse overlevering is een eigen keus gemaakt: De voor het christendom inleidende zin: “Ik ben
de Heere uw God, die u uit Egypte, uit het slavenhuis, uitgeleid hebt.” is voor hen het eerste gebod, met het
gevolg dat het tweede gebod een samenvoeging is van ‘onze’ eerste twee geboden. De achtergrond hiervan
is: alleen voor het Joodse volk geldt dat ze door de Eeuwige uit het slavenhuis Egypte zijn weggeleid. Maar
er is meer: als in het volgende gebod verboden wordt om andere goden te aanbidden, dan moet je weten
welke god je wel moet aanbidden. Welnu dat is de HERE, die als belangrijkste gebod “uw God” is.
Piet Booij
© Classicale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht

Start met typen en druk op Enter om te zoeken